Eenzaam
Column patiëntenmagazine najaar 2017
Eenzaam
We schrijven najaar 2017
En plotseling gebeurt het. Mijn vriendelijke huisarts vraagt hoe het met me gaat en in haar ogen zie ik echte belangstelling. En compassie. Ze kent me en weet dat ik haar pas opzoek als het écht niet anders kan. Ze weet wat ik de laatste jaren heb meegemaakt met IC* en blaaskanker tegelijkertijd, een niet zo handige combi trouwens. Hoe gaat het ermee, vraagt ze. En dan gebeurt het dus.Omdat ze zo lief kijkt, begin ik onbedaarlijk te huilen. Niets voor mij! Niet dat ik nooit huil, of jank, of kerm, ik kan echt bij tijd en wijle lijden aan een gezonde (over)dosis zelfmedelijden hoor, maar dat doe ik nu eenmaal niet bij mensen buiten mijn kleine kring om.
Ik breek. Niet vanwege de pijn die toch heel heftig kan zijn. Ook niet vanwege de oneindige ongemakken. Of de angst voor die enge ziekte met een K. Maar wel vanwege het eenzame traject wat ik voor mijn gevoel loop. Een niet uit te leggen gevoel van eenzaamheid. Van wéér moeten plassen op m’n werk waar lieve meiden zitten maar die bijna allemaal de leeftijd van mijn kinderen hebben. Van op vakantie gaan en oneindig vaak moeten stoppen onderweg voor je-weet-wel. Van uitzoeken hoe ik met een Intercitytrein kan reizen in plaats van met een sprinter. Van alweer datzelfde puisterige knulletje bij onze super vragen of ik mag je-weet-wellen. Van in Bilbao in een metro zitten en er niet uit kunnen en je kán niet meer. Er kwam zelfs een moment dat ik zat te kijken naar een speech van Obama, de schat, dat me te binnen schoot: daar staat hij, wat erg, wát als hij moet plassen, hoe moet dat met al die persmensen en camera’s in de zaal? En dan blijk je dus ook nog een kronkel in je hersens te hebben opgelopen, naast al die andere ongemakken die je al hebt.
Het eenzame traject dus. Je kúnt het niet aan anderen uitleggen en dan doe je dat ook maar niet. Ik ben gezegend met een groot aantal liefhebbende mensen om me heen, die meeleven waar het maar kan. Maar meer kunnen ze ook niet doen. Je bent op jezelf aangewezen, zo veel keren per dag. Met een stralende snoet leg ik uit aan die mannen-in-pak tijdens een vergadering dat ik ‘wat’ last heb van de blaas terwijl ik wederom op moet staan en wegsluip op mijn hoge hakken. Eenzaam, dat ben je op het moment dat je die deur op slot draait.
En daarom ga ik nu fijn naar een therapeute op aanraden van mijn huisarts. Het helpt. Echt. Ik hoef niemand in mijn omgeving lastig te vallen met iets wat ze niet kunnen begrijpen, maar ik kan er toch over praten. Of huilen. Waarom ben je hier, vraagt ze. Omdat het voelt als een eenzaam traject en ik voor de rest toch zo gelukkig en positief ben. Oprecht gelukkig en positief. Of zij dat ook zo’n vreemde combinatie vindt, vraag ik.
*IC staat voor interstitiële cystitis. Het is een chronische, goedaardige, zeldzame aandoening van de blaas die niet door bacteriën wordt veroorzaakt.